In zuid Australië bevinden zich de Murray River Cliffs. De Murray is de grootste rivier in Australië. Hij ontspringt in de Australische Alpen en vormt de grens tussen de staten New South Wales en Victoria. De riviermond uit in 'the Southern Ocean'.
De rivier snijdt dwars door een geologisch gebied dat de Murray Basin genoemd wordt. De mariene (zee) sedimenten in dit gebied zijn gedurende de laatste 50 miljoen jaar afgezet. De rivier zelf is geologisch gezien vrij jong. Het gaat om de kliffen aan de kust bij de monding van de rivier, en ook de kliffen langs de rivierbedding zelf.
De oudste en onderste laag is de Mannum formatie, afgezet in de periode 23-19 miljoen jaar geleden, vroeg-Mioceen (onderdeel van het Neogeen tijdperk). Het gesteente is oranje/geel van kleur en bestaat uit kalkzanden (limey sands) en zanderige kalksteen (sandy limestones). Deze formatie is zeer fossielrijk (o.a. de zee-egel Lovenia forbesi).
De tweede formatie is die van de Morgan Limestone (midden-Mioceen). De kleur van deze kalk is crèmegeel, beduidend lichter dan die van de laag er onder. Hardere en zachtere lagen wisselen elkaar af. Ook deze formatie is zeer fossielrijk (o.a. de zee-egel Monostychia australis).
De derde formatie is een Pliocene (onderdeel van het Neogeen tijdperk), de Loxton Sands. Deze bestaat bijna geheel uit zand, waarin verschillende schelpensoorten kunnen worden gevonden. Duidelijk is dat de zee zich in deze tijd is begonnen met terugtrekken.
De volgende formatie is een opeenhoping van oesters, de Norwest Bend formatie. De laatste laag is de Blanchetown Clay, waarin zich zo goed als geen fossielen bevinden. In de periode dat deze laag is afgezet begon de rivier de Murray zich een weg naar de zee te banen.
Australië zou Australië niet zijn als je niet rekening zou moeten houden met giftige slangen. Ze hebben een gouden regel dat je de kliffen van beneden naar boven afzoekt, zodat je niet onverwachts op een slang kunt stappen.
Met dank aan Martijn Schalk voor het leveren van deze beschrijving.